woensdag 31 juli 2013


Onze gastheer heeft gisterenavond voor ons een taxi geregeld om naar de Pindaya caves te gaan. We zegden hem, indien er nog toeristen waren die deze uitstap wilden maken dat we bereid waren om de taxi te delen.Meteen werd dit op een groot prikbord genoteerd. Een uurtje later kwam de heer des huizes ons melden dat we de taxi konden delen met 2 Chinese meisjes.
Niet ver van ons verblijf is er een groot hotel in aanbouw. De meeste bouwvakkers zijn vrouwen. Ze sjouwen met zakken zand en cement over hun schouders. De jongste zijn naar onze schatting amper 12 – 13 jaar.
De volgende dag: onze taxi, een Toyota met 666.035 km op de teller staat netjes gewassen om 8u30 voor ons klaar. Via kleine rode aarde wegen rijden we 3u voor een afstand van 80km.
We rijden door kleine dorpjes en we zien hoe de mensen zich wassen in riviertjes of aan een waterput. Ook de was wordt hierin gedaan
De rijstplantage worden meestal bewerkt door vrouwen. Het is hard werk, de hele dag voorover gebogen staan  in het water dat ongeveer 30cm hoogstaat.
Ook de wegenwerkers zijn meestal vrouwen. Zoals onze voorouders het deden leggen ze een kasseiweg. Grote blokken natuursteen worden nog handmatig in kleinere stenen gehakt. Dit terwijl er om de km een gouden pagode staat te pronken. We voelen ons niet gemakkelijk bij dit aanzicht. Ons zelf troosten met de cliché gedachte: “ het leven is hier heel hard maar ze zijn gelukkig “vinden we ongepast.
we ongepast.
Veel  verkeer is er niet op deze weg. Enkele brommers , tracktors , karren die door een paar ossen wordt voortgetrokken, we zagen zelfs een fietstaxi die een varken vol modder  vervoerde.
De caves : daar zijn geen woorden voor . Hoog in de bergen zijn er uit de rotsblokken grotten gekapt. Oogverblindend mooi . Er staan maar liefst 8700 Boeddha’s in de grotten. Stuk voor stuk beladen met goud, verschillende grootte en alle soorten materialen maar wel altijd met goud belegd of beschilderd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten